De Nederlandse staat werd woensdag op de vingers getikt. De overheid moet meer doen om de CO2-uitstoot te beperken. Maar omdat er aan de uitspraak geen echte sanctie is verbonden, veegt het kabinet er spreekwoordelijk zijn gat ermee af.
“Interessant”, noemde Henk Kamp vrijdag de uitspraak van de rechter afgelopen woensdag. In die uitspraak zei de rechter dat Nederland zich moet houden aan de 25 procent CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990. Daar heeft de staat zich immers aan verplicht via de klimaatverdragen.
In de praktijk wordt dat streefpercentage bij lange niet gehaald. 17 procent, dat is de reductie die Nederland misschien haalt met het huidige beleid.
De milieubeweging, die de zaak namens de Nederlandse burger had aangespannen, noemde de uitspraak van de rechter een doorbraak. Het was op zich ook wel uniek, maar consequenties blijven waarschijnlijk uit. Want er gebeurt namelijk helemaal niets als Kamp de uitspraak van de rechter naast zich neerlegt. Het ergste wat zou kunnen gebeuren is dat de rechter in hoger beroep een dwangsom oplegt. Maar dat geld moet dan worden overgemaakt aan, je raadt het al, de Nederlandse staat.
En dus zei Kamp voorafgaand aan de ministerraad vandaag dat hij de uitspraak ‘interessant’ vindt, maar dat hij nog gaat kijken of de staat wel in hoger beroep gaat. Wat hij in elk geval niet doet, is harder aan klimaatbeleid trekken. Zijn huidige doelstellingen op energiegebied zijn al lastig om te halen. “Daarvoor moet ik alles uit de kast halen.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl